Ik begin moe te worden. We hebben hier in het noorden van Nederland al een aantal dagen prachtige omstandigheden tijdens de zonsopkomst. Dagen achter elkaar tussen 04:00 uur en 05:00 uur de deur uit gaan, begint zijn tol te eisen. Maar een blik naar buiten is voldoende om de motivatie op te brengen. Vanochtend is het weer zover. Warme dagen, koude nachten en nauwelijks wind zorgt voor mooie mistige omstandigheden. Dat in combinatie met een zon die bij opkomst alle ruimte heeft om door de mist heen te branden en voor prachtig licht zorgt, garandeert een sfeervol begin van de dag.
Nu ben ik onderweg naar het Nationaal Park Lauwersmeer. Ik heb besloten terug te gaan naar de plek waar ik inmiddels 10 jaar geleden de foto ‘The Long March’ maakte; konikpaarden in een lange rij in de sneeuw. Ik heb geen idee of ik ook nu de kudde konikpaarden zal aantreffen. Het gebied is groot en ze hebben alle ruimte. Maar het is een gokje waard. En ik heb immers al een paar mooie ochtenden achter de rug. Als het vandaag op niets uitdraait, kan ik er mee leven.
Ik parkeer de auto en loop in de dichte mist het veld in. Op de achtergrond hoor ik de eerste ganzen naar hun foerageergebieden vliegen. Verder is het stil. Na een paar honderd meter lopen is mijn zicht rondom weg. Ik kan hooguit 100 meter vooruit kijken. Ik probeer me te oriënteren en hoop dat ik in de richting van de kudde loop. Als ze er überhaupt zijn. Dan hoor ik in de verte een geluid. Het geluid van galopperende paarden. Ik zie niets, maar hoor ze alleen. Een bizar en dreigend gevoel overvalt me terwijl het geluid steeds luider wordt. Ze komen mijn kant op. Ik voel bijna het dreunen van de hoeven op de koude aarde. Maar ik zie ze niet.
Dan is het geluid weg en uit het niets doemen drie merries in de mist op. Ze kijken me verbaasd aan. Het gevoel is wederzijds. Het eerste zonlicht werpt een zachte gloed op de paarden terwijl ik rustig een paar stappen vooruit zet en een paar foto’s maak. Dan ineens is daar weer het geluid van dravende, hinnikende paarden, ergens achter me. Ik draai me om maar zie nog altijd niets. Als ik weer omkijk, zijn de drie merries weer verdwenen in de mist.
Langzaam begint de zon de mist weg te branden en het zicht wordt beter. Ik zie nu in wat voor schouwspel ik ben terecht gekomen. Om me heen staan op verschillende plekken merries met hun veulens. Een onrustige hengst probeert met alle macht zijn kudde merries bij elkaar te houden. Galopperend draaft hij van de ene groep naar de andere groep en drijft ze bij elkaar.
Ik begin mee te rennen. Ik moet wel, want de kudde verplaatst zich continu en het licht wordt steeds mooier. De hengst blijft vol energie door het veld draven om zijn merries bij elkaar te houden. Al rennend probeer ik mezelf zo te plaatsen, dat de paarden tussen mij en de opkomende zon staan. Maar het is een verloren strijd. Na een paar pogingen geef ik het zwetend op. Ze zijn simpelweg niet bij te houden. De hengst wint. Hij zal het wel een komisch gezicht hebben gevonden. Een fotograaf met een volle rugzak, op laarzen rennend door het hoge gras, die met alle macht probeert om niet te vallen.
Ondertussen heeft ook de zon haar werk gedaan. De mist is zo goed als opgetrokken. Het spel is gespeeld. Als ik terug loop naar de auto vraag ik me af of ik in alle hectiek nog een paar geslaagde foto’s heb kunnen maken. Normaal gesproken is landschapsfotografie een rustige, kalme bezigheid. Maar vanmorgen was alles even anders. Het was bijzonder om mee te maken en ik heb ervan genoten om even weer terug te zijn op die zelfde plek als 10 jaar geleden.
Meer nieuwe foto’s bekijken? Kijk dan hier!
2 Comments
Mooi verhaal Bas! Erg leuk om te lezen bij de sfeervolle foto’s.
Ik vroeg me af: is de iso 400 om de mist extra aan te zetten? Of heeft dat een andere reden?
He Sarah, dank je! De iso 400 was in dit geval om ervoor te zorgen dat ik zonder zorgen uit de hand kon fotograferen.